De verplichting tot de aanleg van bufferstroken langs sloten en de stimuleringsmaatregel tot het inzaaien van een vanggewas na de hoofdteelt op zand- en lössgronden worden met een jaar uitgesteld tot 2024. Dit schrijft de minister van LNV in een kamerbrief over de uitwerking van diverse mestmaatregelen.
Aanleg bufferstroken
De derogatiebeschikking en het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid schrijven de aanleg van bufferstroken langs sloten voor. De voorwaarden voor deze stroken wijken op een aantal punten af van de huidige regelgeving over bufferstroken (nu teeltvrije zones genaamd) in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Ook gaat de verplichting van bufferstroken uit de derogatiebeschikking verder dan wat is opgenomen in het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP). De derogatiebeschikking is daarmee leidend geworden in de uitvoering van de verplichting tot de aanleg van bufferstroken. De beschikking is bindend; er is dus geen uitzondering mogelijk op de verplichting tot de aanleg van bufferstroken. De in het 7e AP geschetste rol voor waterbeheerders is van de baan.
De benodigde aanpassing van het Activiteitenbesluit milieubeheer is een wijziging van een algemene maatregel van bestuur, wat gewoonlijk ongeveer tien maanden duurt. Daarom zal de verplichte aanleg van bufferstroken vanaf 1 januari 2024 daadwerkelijk van kracht worden. Daarmee hebben de bufferstroken ook nog geen gevolgen voor de mestplaatsingsruimte in 2023. Wel zal bij de inzaai van wintergewassen vóór 1 januari 2024 al rekening moeten worden gehouden met het feit dat er op 1 januari 2024 een bufferstrook aanwezig moet zijn op het perceel.
Stimuleringsmaatregel inzaai vanggewassen op zand- en lössgronden
In het 7e AP is een maatregel opgenomen die de teelt van een vanggewas na het hoofdgewas op zand- en lössgronden moet stimuleren. Het vanggewas moet vóór 1 oktober ingezaaid worden. Bij niet tijdige of geen inzaai van een vanggewas vindt een korting op de stikstofgebruiksnorm voor het opvolgende jaar plaats. Er geldt een uitzondering voor winterteelten.
De derogatiebeschikking verplicht echter ook in door nutriënten verontreinigde gebieden de gebruiksnorm voor meststoffen per 2025 met 20% te verlagen. Om een stapeling van kortingen te voorkomen wil de minister de uitwerking van deze maatregel combineren met de uitwerking van stimuleringsmaatregel voor vanggewassen. Deze laatste maatregel zal daarom pas per 1 januari 2024 in werking treden. Omwille van de waterkwaliteit doet de minister wel een dringende oproep op de sector om volgend jaar zoveel mogelijk tijdig vanggewassen in te zaaien.