Eind augustus heeft de minister van LVVN een aantal wijzigingen van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bekendgemaakt. Die wijzigingen zijn ter goedkeuring voorgelegd aan de Europese Commissie, maar zij heeft enkele opmerkingen gemaakt. Als reactie daarop wil de minister nog enkele wijzigingen doorvoeren in de GLMC’s 2, 6 en 9, welke vervolgens nog definitief goedgekeurd moeten worden door de Commissie.
GLMC 2 (bescherming veengronden)
De Commissie betwijfelt of de voorgestelde maatregelen voldoende bescherming bieden aan alle veengronden. Naast de eerder aangekondigde verplichting tot handhaven van het geldende peilbesluit en het verbod op het omzetten van blijvend grasland naar bouwland, zal er een verbod komen op het ploegen van bouwland op veengrond, dieper dan 40 centimeter. Hiermee moeten de koolstofrijke veengronden voldoende beschermd worden.
GLMC 6 (minimale bodembedekking)
Voor GLMC 6 wordt vanaf 2025 de uitzondering op het aanhouden van een bedekking van minimaal acht weken in de herfst/winter beperkt tot gebieden met de zwaarste kleigronden. Het betreft dezelfde gebieden met zware kleigronden, waarvoor in plaats van verplichte gewasrotatie (GLMC 7) gewasdiversificatie mag worden toegepast. Minimale bedekking heeft op deze zware kleigronden grote negatieve impact op de bedrijfsvoering. Voor de overige kleigronden blijft minimale bedekking in de herfst/winter vereist zoals bij aanvang van het NSP.
GLMC 9 (ecologisch kwetsbaar grasland)
Voor GLMC 9 wordt de mogelijkheid om beschadigd blijvend kwetsbaar grasland te herstellen gehandhaafd. Maar er wordt toegevoegd dat de voorwaarden voor het ploegen bij herstel van beschadigd blijvend grasland in Natura 2000-gebieden opgenomen moeten zijn in het lokale beheersplan.