Aanpassing vrijstelling mestverwerkingsplicht biologische veehouders

Naar aanleiding van controles is aan een aantal biologische veehouderijen en veehouderijen in omschakeling naar een biologische productiewijze een boete opgelegd, omdat zij niet aan de mestverwerkingsplicht van artikel 33a van de Meststoffenwet voldeden. Deze veehouderijen zijn uitgezonderd van de mestverwerkingsplicht en mogen (een deel van) het bedrijfsoverschot naar andere biologische landbouwers afvoeren, mits zij dat in het kalenderjaar doen, waarin de meststoffen geproduceerd zijn. De betreffende veehouderijen hadden nagelaten de mest in hetzelfde kalenderjaar af te voeren. Het opleggen van een boete in deze gevallen vindt de minister van LVVN onwenselijk. Biologische veehouders zijn uitgezonderd van de mestverwerkingsplicht en er is meer vraag naar dan aanbod van biologische mest. Gelet hierop is de verplichting om het overschot in het desbetreffende kalenderjaar af te voeren onnodig.

Wijziging vrijstelling

Met ingang van 1 januari 2025 wordt aan biologische landbouwers vrijstelling verleend van de verplichting om, als gebruik wordt gemaakt van de uitzondering op de mestverwerkingsplicht (art. 72a, Uitvoeringsregeling Meststoffenwet), het bedrijfsoverschot of melkveefosfaatoverschot in hetzelfde kalenderjaar af te voeren.

Toelichting

Hoewel de meeste biologische veehouders geen bedrijfsoverschot of melkveefosfaatoverschot hebben of dit overschot binnen het kalenderjaar kunnen afvoeren naar een andere biologische landbouwer, is het voor biologische veehouders niet altijd mogelijk dit binnen het kalenderjaar te doen. Zij zijn in het betreffende kalenderjaar bijvoorbeeld in omschakeling en beschikken in het voorjaar nog niet over mest om af te voeren naar een biologische veehouder. Ook kunnen weersomstandigheden het moeilijk maken om mest af te zetten naar de reguliere relaties. Gelet op de vrijstelling van de mestverwerkingsplicht is het als alternatief afsluiten van een vervangende verwerkingsovereenkomst voor hen niet logisch of redelijk. Ook omdat er meer vraag naar dan aanbod van biologische mest is, heeft de verplichting om dit in het desbetreffende kalenderjaar af te voeren evenmin meerwaarde.

Bron:Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | publicatie | 19-11-2024