Vernietig vanggewas niet te vroeg

Vanggewassen worden om verschillende redenen ingezaaid. Naast dat voor de mestwetgeving een uiterste inzaaidatum geldt, is het ook van belang voor de naleving van de mestregelgeving en de GLB-subsidies dat het vanggewas lang genoeg blijft staan.

Verplicht vanggewas na maïs

Op zand- en lössgrond moet na de teelt van maïs een vanggewas geteeld worden. Dit vanggewas mag niet voor 1 februari vernietigd worden. Soms is het verplicht om een vanggewas als hoofdteelt te gebruiken voor het volgende jaar. Dit is het geval als vanaf 22 oktober, maar uiterlijk 31 oktober:

  • een vanggewas is geteeld na snijmaïs, of
  • een andere maïssoort is geoogst en het vanggewas niet direct daarna ingezaaid kon worden.

Verplicht vanggewas na maïs op derogatiebedrijven op klei- en veengrond in NV-gebieden

Derogatiebedrijven op klei- en veengrond in met nutriënten verontreinigde gebieden zijn ook verplicht na de teelt van maïs een vanggewas te telen. Dit vanggewas mag niet voor 1 februari vernietigd worden. Wanneer het vanggewas is opgegeven als hoofdteelt, mag vernietiging niet voor 15 mei plaatsvinden en moet het later in het jaar als hoofdteelt geoogst worden.

Stimuleringsmaatregel teelt vanggewas op zand- en lössgronden

Ook bij de stimuleringsmaatregel geldt dat het vanggewas tot 1 februari moet blijven staan. Bij eerdere vernietiging wordt alsnog de maximale korting op de stikstofgebruiksnorm van 20 kg per hectare opgelegd. Een vernietiging voor 1 februari moet uiterlijk de dag na het plaatsvinden hiervan gemeld worden bij RVO.

Eco-activiteit ‘groenbedekking’

Een vanggewas kan onder voorwaarden gebruikt worden voor de eco-activiteit ‘groenbedekking’. Het gewas moet dan tot 1 maart blijven staan en moet machinaal (zonder doodspuiten of branden) ondergewerkt worden. Deze eco-activiteit kan vervolgens in het voorjaar opgegeven worden in de Gecombineerde opgave.

Bron:Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur | publicatie | 03-12-2024

Vernietig vanggewas niet te vroeg

Vanggewassen worden om verschillende redenen ingezaaid:

  • als verplichting vanuit het mestbeleid na de teelt van maïs op zand- en lössgronden;
  • als verplichting vanuit het mestbeleid na de teelt van maïs op klei- of veengrond in met nutriënten verontreinigde gebieden voor bedrijven die deelnemen aan derogatie;
  • in het kader van de stimuleringsmaatregel op zand- en lössgronden om een korting op de stikstofgebruiksnorm te voorkomen;
  • om deel te kunnen nemen aan de eco-activiteit ‘groenbedekking’ in het kader van het GLB;
  • om overige redenen, bijvoorbeeld bodemverbetering.

Naast dat er voor het mestbeleid een uiterste inzaaidatum of moment geldt, is het ook van belang dat het vanggewas niet te vroeg vernietigd wordt. Voor het verplichte vanggewas vanuit het mestbeleid geldt dat dit gewas niet voor 1 februari vernietigd mag worden. Deze eis geldt ook in het kader van de zogenaamde conditionaliteiten (voorwaarden voor het ontvangen van premie) in het GLB. Ook bij de stimuleringsmaatregel geldt dat het vanggewas tot 1 februari moet blijven staan. Bij eerdere vernietiging wordt alsnog de maximale korting op de stikstofgebruiksnorm van 20 kg per hectare opgelegd. Een vernietiging voor 1 februari moet uiterlijk de dag na het plaatsvinden hiervan gemeld worden bij RVO. Een vanggewas kan onder voorwaarden gebruikt worden voor de eco-activiteit ‘groenbedekking’. Het gewas moet dan tot 1 maart blijven staan en moet machinaal (zonder doodspuiten of branden) ondergewerkt worden.

Let op: Er worden zeer regelmatig luchtfoto’s en satellietbeelden gemaakt van de percelen om de landbouwactiviteiten te kunnen volgen, bijvoorbeeld voor het GLB. RVO kan daarom gemakkelijk constateren of aan de voorwaarden wordt voldaan.

Bron:Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | publicatie | 29-11-2023